
a. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt
geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer
hebt ingesteld.
b. Kies uit het pop-upmenu Papiersoort/Kwaliteit en kies vervolgens de volgende instellingen:
●
Papiertype: Het juiste papiertype
●
Kwaliteit: Maximum dpi
4. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
Tips voor geslaagd afdrukken
Gebruik de volgende tips om geslaagd af te drukken.
Tips voor inkt en papier
●
Gebruik originele HP-cartridges. Originele HP-cartridges zijn speciaal ontworpen en getest voor HP-
printers, zodat u keer op keer fantastische resultaten krijgt.
●
Controleer of er nog voldoende inkt in de cartridges zit. Om de geschatte inktniveaus te bekijken, drukt u
op
(Inkt) op het Startscherm.
Om meer tips te ontdekken over werken met cartridges, zie Tips voor het werken met cartridges
op pagina 35 voor meer informatie.
●
Plaats een stapel papier, niet slechts een pagina. Gebruik schoon en vlak papier van hetzelfde formaat.
Controleer of er maar een papiersoort tegelijk is geladen
●
Verschuif de papierbreedtegeleiders in de papierlade totdat deze vlak tegen het papier aanliggen. Zorg
dat de papierbreedtegeleiders het papier in de papierlade niet buigen.
●
Stel de instellingen voor de afdrukkwaliteit en het papierformaat in overeenstemming met de
papiersoort en het papierformaat dat is geplaatst in de papierlade.
●
Ontdek hoe u enveloppen afdrukt vanaf een computer. Klik hier voor meer informatie online.
Tips voor printerinstellingen
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het
deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling
afdrukkwaliteit.
●
Selecteer een geschikt papierformaat uit de vervolgkeuzelijst Papiersoort in het dialoogvenster
Geavanceerde opties. Op het dialoogvenster Geavanceerde opties door te klikken op de
knopGeavanceerd op het tabblad Instellingen of Papier/Kwaliteit.
●
Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken &Scannen en Voorkeuren instellen in de
printersoftware.
Afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt, gaat u op een van de volgende manieren te werk
om de printersoftware te openen:
18 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Comentarios a estos manuales