
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (via een optioneel
dockingapparaat of uitbreidingspoortapparaat)
Een Lokaal netwerk (LAN) is een verbinding via een kabel. Een LAN-verbinding maakt gebruik van een RJ-45-
netwerkkabel (apart verkrijgbaar) op de computer, een optioneel dockingapparaat of een
uitbreidingspoortapparaat.
WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te
beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN)
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer (via het optionele dockingapparaat of
uitbreidingspoortapparaat) direct op een router in uw huis (in plaats van draadloos werken), of als u de
computer op een bestaand netwerk in uw kantoor wilt aansluiten.
Voor aansluiting op een LAN heeft u een 8-pins RJ-45-netwerkkabel en een optioneel dockingapparaat of
uitbreidingspoortapparaat nodig.
Ga als volgt te werk om de netwerkkabel aan te sluiten:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van het optionele dockingapparaat of
uitbreidingspoortapparaat dat is aangesloten op de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een
router.
OPMERKING: als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de
ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het
uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
20 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk NLWW
Comentarios a estos manuales