
Onderdeel Beschrijving
(1) Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met
uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid. Als u toegang wilt krijgen tot deze
gebruikershandleidingen, selecteert u Start > Help en
ondersteuning > Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: Wanneer er een apparaat wordt aangesloten op
de uitgang, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector met
vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als
audio-in (microfoon) ondersteunt.
(2) DisplayPort Via deze poort sluit u een optioneel digitaal weergaveapparaat,
zoals een hoogwaardige monitor of projector, aan op het
apparaat.
(3) USB 3.0-poorten (2) Op elke USB 3.0-poort kan een optioneel USB-apparaat worden
aangesloten, zoals een toetsenbord, muis, externe schijf,
printer, scanner of USB-hub.
OPMERKING: Zie USB-apparaat gebruiken op pagina 56
voor meer informatie over de verschillende typen USB-
poorten.
(4) Geheugenkaartlezer Hiermee worden optionele geheugenkaarten gelezen die
informatie opslaan, beheren, delen of openen.
(5) RJ-45-(netwerk)connector/-lampjes Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
●
Groen (links): het netwerk is verbonden.
●
Oranje (rechts): er is netwerkactiviteit.
(6) Dockingconnector Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan.
(7) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Comentarios a estos manuales